
RADAR INTERVIEW: RICHARDA EN DANNY DUBB
In gesprek met RADAR-artiesten Richarda en Danny Dubb
Tijdens Melkweg RADAR afgelopen vrijdag doken we in de wereld van Reggae. Een muziekstijl, cultuur en lifestyle waarmee we een warme geschiedenis hebben, en dat al vanaf de jaren ‘70 prominent plek krijgt op ons podium. Maak kennis met de ambitieuze Koba Brown en de spirituele Rapha Pico, die we spraken naar aanloop van hun show.
Melkweg is voor beide artiesten geen onbekend terrein – zo stond Rapha hier voor een onverwachte show met Mad Professor, naar eigen zeggen een magisch moment om nooit te vergeten. Met veel zin staat Rapha hier weer: “het is altijd fijn om in de Melkweg op te treden. Die zaal voelt als thuis.” Voor Koba is dit zijn eerste keer in de Melkweg en - als het aan hem ligt - niet de laatste. Zijn doel is om, naast Lowlands, zijn talent te tonen in onze grootste zaal, de MAX. Hoe dat eruit zou zien? “Met mijn sound formatie, Ginton als DJ, Yariv op Percussie en Riendy op bass."
Hoewel ze een gemeenschappelijke liefde hebben voor het genre, zijn er onderling dingen die deze artiesten uniek hun eigen maken; van adlibs “Eeeeyy” (Rapha pico) en “Watch aahn!” (Koba Brown), tot hun pre-show ritueel. Beide zoeken de rust op voor hun show tegen de gezonde spanning; “Ik begin elke show door te bidden tot God en te vragen om kracht om de positieve boodschap te verspreiden. Dat moment van stilte helpt me focussen.” Aldus Rapha. “Lekker uit wandelen met ambient/ lounge muziek op” vertelt Koba. Interessant begin voor hun show, maar hoe begon hun muziek carrière?
“Ik schrijf mijn eigen verhaal en doe vooral wat ik leuk vind”
Voor Koba begon het allemaal samen met zijn rechterhand: Ramon Glinton. “Als fotograaf werkte ik voor zijn band, al gauw kwamen we erachter dat we veel met elkaar hebben met roots en dub reggae.” – begonnen vanuit een gedeelde passie, en dat is te horen. Zo heeft Koba fotografie ingeleverd voor muziek, en een bijzondere blend van reggae en HipHop gecreëerd. Zijn sound is ontstaan vanuit meerdere subculturen, wat zorgt voor een laid-back en easy listening experience.
"Akae Beka is een enorme bron van inspiratie. Zijn woorden dragen wijsheid, zijn energie is oprecht.”
Bij Rapha kwam het van een stukje dichterbij: “Mijn vader, voormalig lead vocalist van de Nederlandse reggae-band Revelation Time. Hij gaf me van jongs af aan de liefde voor muziek én het bewustzijn van de kracht ervan mee.” Het gen voor optreden is goed overgenomen, want Rapha is een onmiskenbare force op het podium. Zijn go-to dansmove, de reggae soldier dance, past perfect bij zijn missie om een positieve, uplifting vibratie te geven aan het publiek. Deze energie heeft hem al ver gebracht, onder anderen in voorprogramma's van Damian Marley, Akae Beka en Bunny Wailer. “Elk van deze optredens had een unieke energie en betekenis. Het waren grote momenten van erkenning en dankbaarheid." Over de Noble Chanters band vertelt Rapha: "Hoewel de samenstelling soms wisselt, is er een vaste kern ontstaan. We voelen meer als familie dan als band."
Ondanks hun verschillen, putten ze inspiratie uit dezelfde kern: hun roots. Zo zegt Koba over zijn Ghanese roots dat “het tempo en zang” fundamentele elementen zijn voor zijn unieke sound. Die invloeden wegen zo sterk, dat hij niet dezelfde muzikant was geweest als hij daar niet was opgegroeid. “Veel muziek, het leven in Ghana is erg ritmisch en vocaal” - en dat uit hij op een prachtige manier in zijn tunes. Rapha's favoriete, nog onuitgebrachte nummer, ‘afrika’, staat in het teken van zijn moedercontinent. “Het weerspiegelt mijn connectie met het moedercontinent, zowel spiritueel als cultureel.” Daar optreden is voor hem ook een droom: “Dat zou voor mij voelen als een thuiskomst”.
Naast hun inspirerende verhalen, willen Rapha en Koba nog een mooie message meegeven aan de community:
“Blijf trouw aan jezelf. Laat muziek je optillen en wees niet bang om bewust te leven. Deel liefde, verspreid wijsheid - en blijf in beweging, met noble vibes”
“Geef elkaar de ruimte om te groeien en respecteer elkaar. Erg dankbaar dat ik in de Melkweg mijn project mocht presenteren”